Behandelplan

Behandelplan

KC21-021 15 augustus 2021

Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid

 

 

Inzake : [klager]
Klachtnummer : KC21-021
Instelling : Pro Persona
Datum ontvangst klacht  : 3 augustus 2021
Schorsingsverzoek : Gehonoreerd
Hoorzitting : 9 augustus 2021 (digitale conferentie Starleaf)
Datum uitspraak : 16 augustus 2021

 

 

 

Aanwezig bij de hoorzitting

[klager] (klager)

[aanwezige] (moeder van klager)

[pvp] (PVP)

 

[verweerder] (verweerder)

[verweerder] (Aios)

 

[voorzitter] (voorzitter klachtencommissie)

[psychiater] (psychiater)  `

[lid] (lid)

 

[ambtelijk secretaris] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

 

Juridische status

Zorgmachtiging

 

Klacht

ECT behandeling

 

 

Procesverloop

De klachtencommissie heeft op 3 augustus 2021 een klacht met schorsingsverzoek ontvangen met betrekking tot een voorgenomen ECT behandeling. Het schorsingsverzoek is gehonoreerd. Op 5 augustus zijn alle partijen per mail geïnformeerd over de klacht, het schorsingsbesluit en hebben een uitnodiging ontvangen voor de hoorzitting. In dezelfde mail is het ingediende verweer meegezonden.       

 

De hoorzitting heeft op 9 augustus 2021 plaatsgevonden middels videoconferentie. Bij die gelegenheid hebben partijen hun standpunt kunnen toelichten. Aan het einde van de hoorzitting heeft de voorzitter medegedeeld dat partijen dezelfde dag een besluit van de commissie tegemoet kunnen zien. De volledige uitspraak van de klachtencommissie volgt uiterlijk 16 augustus 2021.  

 

De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:

-           Klachtenformulier;

-           Verweerschrift;

-           Decursus periode 25-5-2021 t/m 4-8-2021;

-           Beschikking rechtbank d.d. 8-4-2021;

-           Mondelinge uitspraak RB zorgmachtiging d.d. 8-4-2021;

-           Uitbreiding verplicht zorg periode 4-6-2021 t/m 8-10-2021;

-           Beslissing verlenen verplichte zorg d.d. 31-5-2021;

-           Beslissing verlenen verplichte zorg d.d. 20-7-2021;

-           Informatiebrief verplichte zorg d.d. 28-7-2021;

-           Behandelplan d.d. 16-6-2021.

 

 

Termijn

Het klaagschrift bevat een klacht tegen verplichte ECT behandeling als omschreven in artikel 10:3 Wvggz. Deze klacht heeft betrekking op een beslissing waarvan het gevolg actueel is. Om die reden ziet de klachtencommissie zich gehouden binnen twee weken na ontvangst van het klachtenformulier een schriftelijke en gemotiveerde beslissing te nemen. Deze termijn loopt af op 16 augustus 2021.

 

Feiten

Klager is een 34- jarige man reeds lang bekend met schizofrenie van het paranoïde type en een obsessief compulsieve stoornis. Klager is meerdere malen opgenomen geweest, meestal als gevolg van staken van antipsychotische medicatie. De laatste opname dateert van 3-8-2020 t/m 28-11-2020. Op 1 juni 2021 is klager opnieuw opgenomen. Er was sprake van een ernstig katatoon beeld.

Op 8 april 2021 is een zorgmachtiging afgegeven voor de duur van 6 maanden. Op 4 juni 2021 heeft een wijziging van de machtiging plaatsgevonden en is uitbreiding van de verplichte zorg opgenomen, waaronder opname in een kliniek. De (aanvullende) verplichte zorg eindigt op 8 oktober 2021.

 

Standpunten van partijen

Klager is het niet eens met de opname in de kliniek maar nog minder met de voorgenomen ECT behandeling op de afdeling [naam] van het [naam]. Hij heeft de behandeling niet nodig. Hij is zover opgeknapt dat hij met ontslag kan. PVP vult aan dat uit de stukken onvoldoende blijkt dat de ECT behandeling het ultimum remedium is.

 

Verweerder licht ter zitting toe dat klager is opgenomen met een ernstig katatoon toestandsbeeld nadat hij eenzijdig gestopt was met de inname van zijn medicatie. Klager is al lange tijd bekend met psychoses en vaker opgenomen als gevolg van staken van inname van de medicatie. Bij de huidige opname bleek zijn rug ernstig verbrand omdat hij te lang was blootgesteld aan de zon. Hij maakte geen contact en bleef lang in extreme houdingen staan. Op basis van het protocol bij katatonie is behandeling gestart met Lorazepam (Benzodiazepine). Dit is opgebouwd tot 15 mg hetgeen een hoge dosis is aldus verweerder. Toch was er nog geen enkele verbetering te constateren vanaf half juli. Het behandelprotocol geeft aan dat ECT behandeling dan de enige remedie is. Dit is met klager besproken. Klager weigerde deze behandeling. Omdat er geen andere optie was heeft verweerder hem aangemeld bij het [naam]. Klager kon daar op 29 juli jl. terecht. In afwachting van de uitspraak van de commissie in deze klacht is cliënt weer teruggeplaatst naar de GGZ instelling. 

 

Aan het begin van de hoorzitting verlaat klager de ruimte. Moeder loopt naar zijn kamer en kan haar zoon overtuigen om weer aan te sluiten. Zij vertelt dat ze haar zoon de laatste tijd veelvuldig bezocht heeft. Ze ziet met regelmaat vluchtgedrag bij hem. Als er gesproken gaat worden over medicatie dan gaat hij vlak voor de afspraak weg. Ook in de begeleide woonsituatie weigerde hij regelmatig medicijnen. Moeder gaf dan aan dat klager zijn weerstand tegen de medicijnen bespreekbaar kon maken en in overleg zou kunnen kijken naar passende medicijnen. Helaas ontloopt hij dat overleg, aldus moeder. Als hij niet direct zijn zin krijgt dan ontstaat er weerstand en gaat hij er letterlijk vandoor. Haar bezoeken in de laatste week waren ook moeizaam omdat haar zoon niet meer praatte.

 

Op een vraag van de commissie waarom er niet langer is ingezet op behandeling met antipsychotica antwoordt verweerder dat klager al vanaf opname antipsychotica toegediend krijgt maar dat de katatonie het toestandsbeeld bepaalt hetgeen deze interventie noodzakelijk maakt.

 

Klager verlaat voor de tweede maal de ruimte en komt niet meer terug. Ook de PVP verlaat de hoorzitting.

 

Moeder schetst een beeld van haar zoon en de huidige situatie. Het katatone beeld is nieuw voor haar. Aanvankelijk was dit heel heftig. Klager stond gebogen en strak, soms kwijlend en kon zich niet bewegen. Haar zoon woont in [plaats] in een begeleid wonen project. Hij woont daar al 4-5 jaar. Hij gebruikt langdurig clozapine. Hij heeft altijd wel wat angsten en dwang. Er zijn betere en mindere periodes aldus moeder. Over het algemeen gaat het redelijk. Alleen weigert hij regelmatig om medicatie te gebruiken, zonder overleg met anderen. Dat heeft vorig jaar geleid tot een opname op de gesloten afdeling van de [locatie]. Dit patroon van stoppen met medicatie en gedwongen opname heeft zich al 5 of 6 keer herhaald volgens moeder. Na het stoppen met medicatie lijkt haar zoon dan een korte periode beter te functioneren waardoor de omgeving ook niet merkt dat hij zijn medicijnen niet meer inneemt. Na ongeveer 2 maanden duikt zijn toestandsbeeld ineens naar beneden en krijgt hij heftige psychoses. Hij durft dan ’s nachts niet te slapen, is heel angstig. Bang voor de dood, bang dat zijn ouders gaan overlijden en heeft last van complottheorieën. Haar zoon heeft in slechtere periodes regelmatig kortdurend thuis gewoond. Zijn ouders probeerden hun zoon dan met wisselend succes ervan te overtuigen om de medicatie weer in te nemen. Als zijn toestandsbeeld vervolgens verbeterde ging hij weer terug naar zijn huis in [plaats].

In Corona tijd werd er veel gewerkt met invalkrachten en werd de medicatie aan de deur afgegeven. Er was dan geen toezicht bij inname hiervan. Er zijn achteraf zakjes vol medicijnen gevonden in zijn woning. Wekenlang heeft hij de medicatie niet ingenomen met als gevolg dat hij psychotisch werd. Er volgde een gedwongen opname op de Braamberg waar weer gestart werd met Clozapine. Daarna ging het een tijd redelijk goed. Moeder vertelt dat haar zoon bijvoorbeeld mee geweest is met een familieweekend in [naam]. Hij deed daar zelfstandig boodschappen, er werd gezamenlijk gegeten etc. Nu is het weer helemaal mis. In deze hoedanigheid heeft ze haar zoon nog niet meegemaakt. Dit katatone beeld is nieuw. De ouders maken zich ernstige zorgen. Ook zijn vluchtgedrag is heel sterk momenteel. Hij is bijvoorbeeld over een hek geklommen in [plaats] en een paar dagen spoorloos geweest. Moeder ziet de ECT als een kans om de situatie te doorbreken en daarna te kijken welke behandeling passend zou zijn voor haar zoon.

 

Verweerder vult nog aan dat klager continu hoog scoort op de scoringslijst voor katatonie. In het begin had klager vrijheden maar dan liep hij weg. Zo is hij bijvoorbeeld lange tijd op een scooter blijven zitten in een winkel. De winkeleigenaar heeft de politie gebeld. Bij katatonie ben je een gevangene in je eigen lijf aldus verweerder. Hij geeft aan dat met 1 of 2 behandelsessies ECT het beeld al kan keren.

 

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

 

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. Aangezien de klacht is gericht tegen de uitvoering van de verplichte zorg zorgmachtiging zoals bedoeld in artikel 8.9 Wvggz is de klacht ontvankelijk.

 

Gronden en overwegingen

Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.

Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:

  1. zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
  2. met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
  3. voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.

 

Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften als vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.

 

Klager is een 34- jarige man, reeds lang bekend met schizofrenie van het paranoïde type en een obsessief compulsieve stoornis. Klager is meerdere malen opgenomen geweest, meestal als gevolg van staken van antipsychotische medicatie. De laatste opname dateert van 3-8-2020 t/m 28-11-2020. Op 1 juni 2021 is klager opnieuw opgenomen. Er was sprake van een ernstig katatoon beeld. Het ernstig nadeel bestaat uit het vermijden van zorg en het katatone beeld, het in zichzelf opgesloten zijn. Klager kan dan niet/weinig spreken, blijft in bizarre houdingen staan, is slecht verzorgd en vermagerd door een slecht eetpatroon.

 

Klager vind de ECT-behandeling bij [naam] niet nodig. Hij voelt zich inmiddels zover opgeknapt dat hij klaar is om met ontslag te gaan. Verweerder ziet klager verder achteruit gaan na het eenzijdig stoppen met medicatie (ambulante begeleiding). Tijdens de opname is door toedienen van medicatie ter bestrijding van de psychose geen of onvoldoende verbetering in het toestandsbeeld gezien.

 

Klager heeft op 3 augustus 2021 een klacht ingediend over de voorgenomen ECT-behandeling in het [naam]. Klager heeft een schorsingsverzoek bij de klacht ingediend en deze is op 5 augustus 2021 door de klachtencommissie toegekend tot aan de hoorzitting op 9 augustus 2021.

 

Wat betreft de formele aspecten van de verplichte zorg stelt de commissie vast dat deze, op het gebied van de voorgenomen ECT-behandeling, voldoen aan de wettelijke vereisten die hiervoor zijn gesteld. De verplichte zorg is besproken met klager en hij heeft op 28 juli 2021 een aanzeggingsbrief ontvangen van de verplichte zorg. Deze aanzegging is gemotiveerd en de termijn is aangegeven.

 

Klager is opgenomen nadat ambulante behandeling en begeleiding niet zijn geslaagd. Klager heeft zijn medicatie niet ingenomen waardoor het ernstig nadeel is toegenomen. Na opname heeft de toegediende medicatie onvoldoende werking gehad. Van een ECT-behandeling is bekend dat het op dit ziektebeeld een effectieve werking heeft, vaak al na een of twee behandelingen.

Gezien het ernstige toestandsbeeld van klager en gezien de eerder ingezette behandelingen en alternatieven is het proportioneel om over te gaan op een ECT-behandeling. Tijdens de hoorzitting constateert de commissie dat klager niet reageert op vragen die aan hem gesteld worden. Hij is niet in contact en verlaat zonder mededeling tweemaal de ruimte.

 

De commissie is van mening dat er formeel en inhoudelijk correct gehandeld is door verweerder. De commissie verklaart de klacht omtrent de ECT behandeling daarom ongegrond.

 

Uitspraak

De klachtencommissie verklaart de klacht ongegrond.

 

Beroep

Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.

 

 

Aldus besloten te [plaats], 16 augustus 2021

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

 

[voorzitter]

Voorzitter Wvggz Klachtencommissie

Aantal bladzijden: 5